even voorstellen: Marjon Verkleij
Marjon en haar man Ben runnen een melkveebedrijf in de Ridderbuurt aan de rand van de stad Alphen aan den Rijn. Ze hebben vijf volwassen dochters, waarvan de jongste in de maatschap is toegetreden. De boerderij is uit 1796 en vanaf 1914 in bezit van de familie Verkleij. Sindsdien wordt er van de melk rauwmelkse Boerenkaas gemaakt. Voor de fijnproevers: oplegkaas van 20 kg.
Marjon begon haar loopbaan als verpleegkundige op de afdeling Neurochirurgie. Na de geboorte van hun eerste kind, is ze fulltime boerin geworden: “Toen de kinderen naar school gingen ben ik maatschappelijk actief geworden: bij de vrouwenorganisatie ZijActief, in het schoolbestuur, bij LTO en bij Agriterra, een Nederlands NGO die boerenorganisaties in ontwikkelingslanden ondersteunt”.
Later werd Marjon als waterschapbestuurder gekozen en was zij ook 12 jaar lang raadslid in Alphen aan den Rijn. Op dit moment is zij dagelijks bestuurder van Hoogheemraadschap Rijnland, waar zij de onderwerpen vergunningen, digitalisering, personeel en organisatie, internationaal en de nieuwe taak Water, Bodem Sturend in haar portefeuille heeft.
Marjon draait sinds 2016 mee als lid van de Lokale Actie Groep (LAG), eerst als vicevoorzitter van het LEADER-programma Holland Rijnland en nu van het programma Hollandse Plassen, waar zij de rol van voorzitter vervult: “Ik ben van nature leergierig en heb een brede interesse. Daarom spreekt mij het LEADER-programma aan. Je ontmoet nieuwe mensen en ziet nieuwe initiatieven voorbij komen. Ik vind de aandacht voor het platteland in brede zin belangrijk, ook voor ons boeren. Het platteland is meer dan landbouw: het gaat ook over leefbaarheid en het in stand houden van voorzieningen”.
De belangrijkste taak van de LAG is het beoordelen van subsidieaanvragen. Marjon: “Maar dat is beslist niet het enige. We gaan ook actief het gebied in om ideeën los te maken. Initiatieven kunnen ook in de aanloop naar een aanvraag een beroep op ons doen om ze te adviseren en ook na de beoordeling blijven we als ambassadeurs contact met ze houden. Dat vind ik ook het mooie aan het LAG-lid zijn: dat je goede ideeën net dat zetje kan geven waardoor ze ook daadwerkelijk gerealiseerd worden”.