EVEN VOORSTELLEN: LAG-LID THEO VAN LEEUWEN

Theo woont tegenwoordig met zijn vrouw Lidia in Stompwijk, maar is geboren en getogen op de kaasboerderij De Vierhuizen in de Geerpolder: “ik ben de zevende zoon uit een gezin met 14 kinderen. Door verschillende redenen wilden of konden mijn oudere broers en zussen het bedrijf niet overnemen”.

De boerderij van Theo en Lidia is altijd relatief kleinschalig gebleven: “ik kwam van school met het idee om het bedrijf te laten groeien, maar later al gauw kwamen we tot het inzicht dat dit niet bij ons paste. Met het maken en verkopen van kaas konden we toch goed rondkomen”.

Inmiddels is de boerderij een paar honderd meter verplaatst en overgenomen door zoon Freek, terwijl dochter Marieke op de oude boerderij kwam te wonen en Theo en Lidia naar Stompwijk verhuisden.

“Ik ben eigenlijk al vrij snel in het bestuurswerk terecht gekomen. Eerst bij de WLTO, de voorloper van LTO Noord, en later als voorzitter van de ANV Wijk & Wouden. Later is dit onderdeel geworden van het Agrarisch Collectief De Groene Klaver, waarvan ik tot vorig jaar ook voorzitter was”.

“Ik was altijd al geïnteresseerd in agrarisch natuurbeheer en zo duurzaam mogelijk boeren. Via via raakten we begin jaren ’90 van de vorige eeuw betrokken bij het Veenweidekaasproject. Een groep van 10 boeren en boerinnen probeerden om het produceren van Boerenkaas van hoge kwaliteit te combineren met zorg voor landschap, natuur en milieu. Later, toen Freek in beeld kwam als opvolger, was overgaan naar biologisch voor ons dan ook een natuurlijke stap. Een deel van de gronden is ook omgezet in particulier natuurbeheer”.

Theo is niet meer actief als agrariër, maar dat betekent niet dat hij zijn dagen in ledigheid doorbrengt: “ik ben drie jaar geleden, nadat ik eerst een opleiding had gevolgd, gestart als bodemcoach bij het Hoogheemraadschap Rijnland. Ik adviseer boeren hoe ze hun bodembeheer kunnen verbeteren”.

Theo is sinds 2007 ook betrokken bij het LEADER-programma: “ons gebied heette toen nog Leidse Ommelanden. Ik werd gelijk tot voorzitter van de LAG gebombardeerd. Die functie heb ik ook in de afgelopen periode vervuld in de LAG Holland Rijnland. In deze periode, Hollandse Plassen, heeft Marjon Verkleij het stokje van me overgenomen en ben ik gewoon lid”.

Voor iemand die al zo lang bij LEADER betrokken is, is het lastig een antwoord te geven op de vraag welk project hem het meeste aanspreekt: “projecten uit de vorige periode die direct bij me opkomen zijn Natuurboerderij Molenwei, hierin Stompwijk, maar ook Zorgboerderij Swaenensteyn in Hazerswoude en de Oogstwinkel in Leiden. Als ik moet kiezen dan is Swaenensteyn toch wel de absolute parel: geweldig hoe die in de afgelopen 15 jaar een prachtbedrijf hebben neergezet die zo’n mooie maatschappelijke functie vervult. Het laat zien hoe je passie voor je werk en voor mensen kunt combineren met een professionele aanpak en een solide bedrijf. En het is ook een heel mooi voorbeeld van een gezinsbedrijf!

Dit contact met initiatieven is wat Theo ook na 15 jaar nog steeds de meest aantrekkelijke kant van het LAG-lid zijn vindt: “je komt steeds mensen tegen met een bepaalde passie om iets positiefs tot stand te brengen. Ik kan dan mijn ervaring inbrengen om mee te denken en te zorgen dat het ook bedrijfseconomisch een realistisch verhaal wordt”.

Soms ziet Theo, met lede ogen, dat sommige LEADER-projecten na verloop van tijd het om uiteenlopende redenen toch niet redden: “ook al vraag je initiatieven aan de voorkant om het zo zorgvuldig mogelijk te onderbouwen en zelf scherp te zijn in de beoordeling, dan nog is dit geen garantie voor succes. Dat is ook een realiteit, die je moet accepteren. Wij hebben dat zelf in ons bedrijf ook moeten ervaren in het Veenweidekaasproject, dat om uiteenlopende redenen niet succesvol bleek.  Ik denk dat het wel zinvol zou zijn om juist bij deze initiatieven een keer te bekijken, niet om met vingers te wijzen, maar om te kijken of het ondanks dat het gestopt is, toch iets heeft opgeleverd”.