De Zuidakker

leren, beleven, verwonderen en ontmoeten
op een kleinschalige tuinderij

Roelofarendsveen is van oudsher een echt tuindersdorp. Het levert maar liefst 25% van de Nederlandse tulpenproductie en wordt daarom ook wel de tulp van de Randstad genoemd. Toch staat de tuinbouwsector onder druk vanwege stijgende kosten, afnemende marges en stedelijke druk.

De Zuidakker aan het Zuideinde is een van die kleinschalige tuindersbedrijven, waarvan de drie kinderen, Martijn, Tim en Monique, geen perspectief zagen om het van pa over te nemen. Maar … ze wilden het ook niet aan de hoogste bieder verkopen. Samen met hun partners ontwikkelden ze een alternatief plan om van De Zuidakker een groene oase en leerplek te maken.

Marije, partner van Martijn, en directeur van de plaatselijke kinderopvang verwoordt het aldus: Wij leveren met kleinschalige (dag)recreatie en natuur- en voedseleducatie een positieve bijdrage aan het welzijn van kinderen, volwassenen, onze gemeente en de wereld. Hierbij zoeken wij lokale samenwerking en verbinding in de vorm van ontmoetingen tussen verschillende doelgroepen passend bij aanwezige behoeften met als doel een duurzame, inclusieve en gezonde samenleving.

Een hele mond vol, maar dit gedreven team van in totaal zes mensen heeft een heldere visie om in het klein bij te dragen aan de grote thema’s van deze tijd. Een van deze thema’s is dat de mensen, en in het bijzonder kinderen, letterlijk en figuurlijk het contact zijn kwijtgeraakt met natuur en voedselproductie. In samenwerking met de kinderopvang, de plaatselijke basisschool en de buitenschoolse opvang wordt daarom een doorgaande leerlijn voor 0 tot 13-jarigen ontwikkeld.  Op de kinderopvang komen de allerkleinsten voor het eerst in contact met natuur en voedsel. In de bovenbouw mogen de oudere kinderen aan de slag in de schoolkas. De middenbouw krijgt op de op de tuinderij de gelegenheid om, onder begeleiding, zelf voedsel te telen, oogsten en te bereiden. Voor de doeners uit de bovenbouw komt er ook een Klusklas, zodat ze op de tuinderij hun handen uit de mouwen kunnen steken.  Martijn: “Op het terrein is daar nu nog niet zoveel van te zien. Het meeste werk gebeurt nog achter de schermen. We hebben samen met de professionals van Kaskade opvang en onderwijs een ontwikkelgroep, waar we het educatieprogramma op poten zetten. Dit voorjaar gaan we klein beginnen. Een vriend van ons, een hovenier, is bezig met het ontwerp van een plan voor het hele terrein. Dat gaan we dan in de 2e helft van dit jaar realiseren”.

Ter gelegenheid van de verleende subsidie, kwam projectambassadeur en LAG-lid Wim van Scheppingen op 28 januari een plaquette overhandigen aan Marije Cozijn en Monique Warmendam.